Nederlanders verwachten meer te blijven thuiswerken na corona

Nederlanders verwachten meer te blijven thuiswerken na corona

Nederlanders oordelen nu positiever over thuiswerken dan aan het begin van de crisis. Daarnaast verwachten ze na de crisis vaker te blijven thuiswerken. Dat blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid.

Dat blijkt uit onderzoek van Mathijs de Haas, Marije Hamersma en Roel Faber van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) onder een representatieve groep Nederlanders die aan het begin van de crisis (eind maart, begin april) werden bevraagd en eind juni, begin juli opnieuw.

Thuiswerken

Het aantal mensen dat thuiswerkt is sinds het begin van de crisis iets afgenomen (van 54% tot 48% van de werkenden). Het aandeel van deze groep dat positief is over het thuiswerken is in deze periode gestegen, van 61% naar 71%.

Aan het begin van de crisis zei nog een kwart van de thuiswerkers dit ook na de crisis vaker te blijven doen. De afgelopen 2 maanden is dat gestegen naar 45%.

Thuiswerken heeft ook negatieve kanten. Zo ervaart 36% van de thuiswerkers problemen met het vinden van een goede privé-werkbalans en heeft 17% fysieke klachten. Iets minder dan 1 op de 10 thuiswerkers heeft last van psychische klachten als gevolg van het thuiswerken.

Vergaderen op afstand is waarschijnlijk ook een blijvertje. Meer dan de helft (55% nu tegenover 43% eind maart, begin april) van de mensen die op afstand vergaderen vindt dit net zo productief als fysiek overleg. Het aandeel dat verwacht in de toekomst na de coronacrisis ook vaker op afstand te vergaderen is toegenomen sinds het begin van de coronacrisis, van iets meer dan 35% naar ongeveer 60%.

Openbaar vervoer

Ook het reisgedrag lijkt blijvend te veranderen. Ongeveer 28% van de Nederlanders die vóór de coronacrisis wel eens met het ov reisden verwacht na de coronacrisis minder gebruik te maken van het ov dan vóór de crisis. Daar staat tegenover dat 8% denkt na de crisis vaker gebruik te maken van het ov.

Een aanzienlijk deel van de ov-reizigers die zijn uitgeweken naar een alternatieve vervoerwijze ervaart dit als positief. Van de mensen die nu vaker de fiets gebruiken ter vervanging van het ov, verwacht 52% dit na de coronacrisis ook nog vaker te doen. Voor de brommer betreft dit 47%, de auto 34% en voor lopen 40%.

Mondkapje

Sinds 1 juni ervaren ov-reizigers het ov als minder prettig. Een belangrijke reden hiervoor lijkt de verplichting om met ingang van die datum in het ov een mondkapje te dragen. Ook speelt een rol dat het weer iets drukker is geworden in het ov. Reizigers vinden het daardoor moeilijker om afstand te houden in het ov en op het perron.

De redenen die mensen aanvoeren om minder met het ov te reizen lopen uiteen: de oproep om alleen voor noodzakelijke reizen met het ov te gaan speelt hierbij voor 48% een rol, voor 46% komt dit doordat men minder activiteiten onderneemt en 32% reist minder met het ov uit angst voor besmetting met het coronavirus. Ongeveer 13% stapt minder in trein, tram, bus of metro omdat hij thuiswerkt.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven