VEMW: Compensatie nodig bij verbod op kolen bij elektriciteitsproductie

VEMW: Compensatie nodig bij verbod op kolen bij elektriciteitsproductie

De VEMW, de belangenbehartiger voor de zakelijke gebruikers van warmte, elektriciteit, gas en water, vindt dat de politiek kolen bij elektriciteitsproductie alleen mag verbieden, als er een adequate compensatie bij schade is.

Minister Wiebes (EZK) heeft een ‘Wetsvoorstel verbod op kolen bij elektriciteitsproductie’ voorgelegd aan de Tweede Kamer. Dat voorstel strekt tot de sluiting van de Hemwegcentrale per 1 januari 2020 en een uitfasering van de overige kolencentrales in twee stappen tot 2030, gerelateerd aan het energetisch rendement van de centrales. Het wetsvoorstel mag volgens de VEMW (Vereniging voor Energie, Milieu en Water) geen inbreuk maken op de rechtspositie van betrokken partijen.

De VEMW is er voor de kleine, middelgrote en grote bedrijven en instellingen uit de industrie, de zakelijke dienstverlening, het gebouwenbeheer, de transportsector of de gezondheidszorg, die water, elektriciteit of gas gebruiken. VEMW komt al 100 jaar op voor de belangen van deze bedrijven en instellingen op het gebied van energie en water in Nederland en in de Europese Unie, en biedt hen ondersteuning, informatie en advies.

Verbod

Om aan de CO2-reductiedoelstelling van 49 procent te voldoen, moet Nederland haar CO2-uitstoot fors reduceren. Een belangrijk deel van deze uitstoot is terug te leiden tot de opwekking van elektriciteit, en in die sector zijn kolengestookte productiecentrales verreweg de grootste uitstoters van broeikasgassen. In het Energieakkoord voor duurzame groei (2013) is afgesproken dat van de tien kolengestookte elektriciteitscentrales, de vijf oudste kolengestookte elektriciteitscentrales in Nederland zouden worden gesloten: drie centrales per 1 januari 2016 en twee per 1 juli 2017.

In het wetsvoorstel is een verbod opgenomen om kolen te gebruiken voor de elektriciteitsproductie in centrales met een lager elektrisch rendement dan 44 procent ingaande 1 januari 2025. Uitzondering is de Hemweg-centrale (uitstoot 3,3 Mton/jaar): ‘het verbod is tot 1 januari 2020 niet van toepassing op een productie-installatie die een elektrisch rendement van minder dan 44 procent heeft waarin geen hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd door middel van biomassa en waarin geen hernieuwbare warmte wordt geproduceerd’. Voor kolengestookte productie-installaties met een rendement van 44 procent of meer, dus relatief efficiënte en minst vervuilende centrales, stelt de minister in het wetsvoorstel voor om het verbod pas in te laten gaan op 1 januari 2030.

Tegemoetkoming

In de toelichting op het wetsvoorstel stelt de minister van EZK dat het voor de eigenaren van de kolencentrales al lange tijd voorzienbaar is dat zij op termijn geraakt zouden worden door overheidsmaatregelen die beogen de emissies vergaand te reduceren. Daarnaast hebben zij sinds 2003 de mogelijkheid gehad om gebruik te maken van subsidieregelingen voor bij- en meestook van biomassa (3,6 mrd euro SDE+); een regeling die eind 2024 wordt stopgezet. Op verzoek van een exploitant van een productie-installatie, bijvoorbeeld de Hemwegcentrale, kan de minister een tegemoetkoming verlenen indien die exploitant aantoont dat hij ten gevolge van het verbod – ten opzichte van andere exploitanten van een kolengestookte productie-installatie – onevenredig zwaar wordt geraakt.

Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “De politiek heeft het recht een verbod voor te stellen zoals opgenomen in het wetsvoorstel. Echter, in dat geval moeten partijen die hiervan schade ondervinden adequaat gecompenseerd worden. Als dat niet zou gebeuren, wordt het investeringsklimaat in Nederland beschadigd.”

Bron: https://www.vemw.nl/Nieuwsoverzicht/2019-03-21-kolenwet-uitfasering-compensatie.aspx

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven