Alles onder één dak, maar het dak is het minst belangrijke

Alles onder één dak, maar het dak is het minst belangrijke

Bij kindcentra moet vooral geïnvesteerd worden in bruggen bouwen. En pas daarna in bouwstenen. Dat betoogt Peter Loonstra van Smart WorkPlace partner draaijer+partners in onderstaand blog.

Kindcentra, in welke vorm dan ook, zijn niet meer weg te denken uit Nederland. Deze gebouwen worden ontwikkeld met als doel ‘alles onder één dak’ te vestigen. Eigenlijk is dat dak het minst belangrijke. Er moet vooral geïnvesteerd worden in bruggen bouwen: Waarom en vervolgens hoe wil je (integraal) met je samenwerkingspartners gaan werken? Daarna volgen pas de bouwstenen.

Voor ons als adviseurs draait het niet om het gebouw, maar om de gebruikers. Het gaat erom dat zij zich prettig voelen en optimaal kunnen werken of leren. Met die integrale en inspirerende gedachte gaan we een stap verder om nóg meer aan te sluiten bij de wensen van de gebruiker. Wij zien vaak dat veel instellingen bij de ontwikkeling van een kindcentrum niet duidelijk een eigen en/of gezamenlijke visie scherp op het netvlies hebben. Daarnaast merken we op dat instellingen soms in hun eigen bubbel zitten. Het is onze taak om dit te doorbreken en te investeren in het voortraject, door het proces integraal aan te vliegen en belanghebbenden vroegtijdig te betrekken.

Bouwstenen

Hoe bepaal je de bouwstenen voor het ontwikkelen van een kindcentrum? Wij starten altijd van binnenuit met een programma van visie en ambitie: Wat wil de gebruiker en welke samenwerkingen moeten er plaatsvinden? Pas daarna kun je invulling geven aan het concept; aan de juiste combinatie van leren, zorg en beleving. Dat noemen wij het ‘Programma van Leren’. Zijn deze twee fases doorlopen, dan gaan we naar het Programma van Eisen met daarbij de prestaties. De muren en dat dak, die komen later wel.

draaijer+partners ondersteunt opdrachtgevers bij het formuleren van een Integraal Huisvestingsplan (IHP) of juist van de (onderwijs)visie en de vertaling van visie naar huisvesting. Ervaring met en kennis van scholen en kindcentra zorgt voor gedegen keuzes als het gaat om verbouw- en nieuwbouwprojecten. Juist de combinatie van verschillende expertises, van ervaring in het onderwijs, als leerkracht of IKC-directeur, tot ervaring in het daadwerkelijke gebruik en de exploitatie van onderwijsgebouwen, resulteert in huisvesting waar alle gebruikers zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen.

Samenwerken en communiceren

Steeds meer onderwijsinstellingen zoeken de samenwerking met andere partijen, passend bij de specifieke behoeften van de populatie. Het verschil in de diverse verschijningsvormen zit hem in de mate waarin wordt samengewerkt. Vaak gaat het om een onderwijsinstelling die in één gebouw samen werkt met kinderopvang en/of een peutergroep. Maar regelmatig zijn dat ook zorg gerelateerde organisaties, zoals consultatiebureaus, WIJ teams en logopediepraktijken.

Het is algemeen bekend dat samenwerken en ook nog synergie creëren zeer lastig is. Communicatie is van cruciaal belang, maar helaas gaat dat regelmatig mis. Zeker op het moment dat je intensiever met elkaar wilt samenwerken, is een door de entiteiten en besturen gedeelde visie voorwaardelijk voor het succes. Het waarom en hoe moet langdurig onderwerp van gesprek zijn geweest. Dat mag schuren, sterker nog: dat is zelfs nodig! Er zijn verschillende belangen en de wet- en regelgeving is ook nog niet altijd zover. Gelukkig knijpen veel gemeenten een oogje dichten stimuleren samenwerking juist, ondanks de wettelijke beperkingen.

Een belangrijke partner is dus de gemeente. Het is belangrijk dat zij met partners beleid ontwikkelt voor onderwijs, zorg en opvang. We zien echter heel vaak dat dit in het IHP te globaal is. We missen hierin concrete ambities. Ga in gesprek met de stakeholders en maak een IHP waarin het sociaal domein, opvang en onderwijs worden bevraagd over de gezamenlijke ambities rondom integraal samenwerken.

In de trajecten rondom kindcentra adviseren wij om de gemeente vroeg te betrekken en medeverantwoordelijk te maken. Dit zorgt vaak voor meer mogelijkheden. Door deze betrokkenheid in het voortraject rondom missie en visie loopt het vervolgtraject veel soepeler, bijvoorbeeld bij het opstellen van een Programma van Eisen. Er ontstaat synergie en een kindcentrum met meer functies voor kinderen en ouders, dan op voorhand werd gedacht.

De voordelen van een IKC

Je kunt je afvragen: als wet- en regelgeving nog niet zover is, waarom zou je dan willen starten met een IKC? Dit heeft vooral te maken met de voordelen voor kinderen, medewerkers en ouders. Naast het bieden van een ononderbroken ontwikkellijn op pedagogisch en didactisch vlak, biedt een IKC kansen voor een bredere ontwikkeling tijdens en ná schooltijd. Daarnaast geeft een IKC antwoord op maatschappelijke ontwikkelingen, zoals tweeverdieners die hun kinderen op één plek willen onderbrengen of kinderen waarvan het niet vanzelfsprekend is dat ze zich optimaal ontwikkelen. Wat het kind nodig heeft staat centraal en de ontwikkelbehoefte van het kind in relatie tot de ouders is leidend. Op basis van de populatie zie je IKC’s differentiëren en bewuste keuzes maken, geen IKC is gelijk. Deze ziet er in een achterstandswijk inhoudelijk anders uit dan die in een Vinex-wijk.

Groot voordeel van integraal werken is dat de pedagogisch medewerkers ook in het onderwijs kunnen werken. Zeker door extra werkdrukgelden en door gelden die beschikbaar zijn vanwege het coronavirus zien we een enorme groei van pedagogisch medewerkers in het onderwijs.

Het is een leuke uitdaging om huisvesting zo in te richten, dat een optimale combinatie ontstaat van onderwijs, opvang en zorg en wellicht andere instellingen uit het sociaal domein.

Peter Loonstra is onlangs begonnen bij draaijer+partners als senior huisvestingsadviseur en neemt 20 jaar ervaring in het onderwijs mee; als leerkracht, directeur, zzp’er en als voormalig lid van de kennistafel Pact voor Kindcentra.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven