Het hybride werken in de cao

Het hybride werken in de cao

Hoe regel je het hybride werken in een cao? De Algemene Werkgeversvereniging Nederland (AWVN) analyseerde bijna 100 cao-akkoorden met afspraken over het hybride werken.

De AWVN deed dit aan de hand van vier thema’s.

Thuiswerkvergoeding steeds gebruikelijker

Uit de AWVN-analyse blijkt dat de thuiswerkvergoeding steeds gebruikelijker is. In 63 cao-akkoorden is concreet een thuiswerkvergoeding afgesproken. AWVN ziet in de meeste cao-akkoorden dat de NIBUD-richtlijn van €2 per thuiswerkdag wordt aangehouden (21x). Daarna volgt de maandelijkse thuiswerkvergoeding van gemiddeld €35 per maand (19x). Verder worden ook jaarlijkse thuiswerkvergoedingen afgesproken en aparte internetvergoedingen. 

Reiskostenvergoeding voor daadwerkelijke (duurzame!) reizen

De vaste reiskostenvergoeding wordt in 22 cao-akkoorden omgevormd naar een variabele reiskostenvergoeding, waarbij werknemers alleen nog een reiskostenvergoeding voor daadwerkelijke reizen ontvangen. Verder ziet AWVN dat sociale partners de kans om de reiskostenvergoeding aan te passen ook gebruiken om deze te verduurzamen. Zo vergoedt de ANWB reizen met het OV voor 100 procent en geeft het een hogere reiskostenvergoeding voor reizen die lopend of fietsend (15 cent per kilometer) worden afgelegd dan met de auto (10 cent per kilometer).

Thuiswerkplekbudget

AWVN ziet in 19 cao-akkoorden een concrete afspraak over de invoering van een thuiswerkplekbudget om te voldoen aan de Arbowetgeving. Werkgevers stellen gemiddeld genomen een budget van €500 per 5 jaar vast. In een aantal van de akkoorden zit een voorwaarde aan het budget dat het alleen ingezet kan worden voor meubilair dat voldoet aan de Arbowetgeving, bijvoorbeeld bij verzekeraar VGZ.

Kwalitatieve invulling hybride werken onderbelicht

Uit de analyse van de cao-akkoorden valt het AWVN op dat de kwalitatieve invulling van hybride werken nog erg onderbelicht is. Hiermee bedoelt AWVN de concrete vormgeving van hybride werken in de praktijk, zoals werkafspraken over (on)bereikbaarheid. Eén ding is wel duidelijk; sociale partners spreken in de cao-akkoorden af dat hybride werken geen afdwingbaar recht is, maar dat het in overleg een mogelijkheid is als de functie en werkzaamheden zich lenen voor hybride werken. In de cao-akkoorden is de regel dat hybride werken alleen mogelijk is als de functie zich daarvoor leent én er toestemming is van de leidinggevende.

Slechts in 8 cao-akkoorden is een afspraak vastgelegd over de kwalitatieve invulling van hybride werken. De kwalitatieve kant van hybride werken wordt daardoor overgelaten aan de werkvloer. Toch kan het volgens AWVN waardevol zijn om cao-breed kaders te stellen, om zo een mate van gelijkheid en duidelijkheid tussen en binnen organisaties te garanderen.

Conclusie AWVN: goed op weg, maar nog werk aan de winkel

AWVN concludeert uit deze analyse van recente cao-akkoorden dat sociale partners goed op weg zijn om hybride werken in de cao vorm te geven, maar dat er ook nog werk aan de winkel is. De invoering van een waarjewerkt-regeling en de verduurzaming van het mobiliteitsbeleid zijn volgens AWVN mooie en belangrijke ontwikkelingen. Ook het thuiswerkplekbudget komt op gang. AWVN ziet dat er met name werk aan de winkel is met betrekking tot de kwalitatieve kant van hybride werken. Er is een politieke en maatschappelijke discussie of hybride werken in hogere mate in de wet moet worden vastgelegd. AWVN stelt dat dit niet nodig is. Maar het is wel belangrijk voor werkgevers om zelf deze kaders te stellen:

-        Kaders helpen bij het creëren van duidelijkheid voor managers en werknemers.

-        Kaders dragen bij aan gelijkheid en duidelijkheid, wat discussies kan voorkomen.

AWVN adviseert werkgevers daarom om in gesprek te gaan met werknemers en/of OR om vast te stellen aan welke kaders er behoefte zijn rondom hybride werken.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven