‘Blijf onbevangen, blijf nieuwsgierig’ mantra tijdens Humanscale-debat Beyond Generations

‘Blijf onbevangen, blijf nieuwsgierig’ mantra tijdens Humanscale-debat Beyond Generations

Dat de karakterisering van de verschillende generaties nogal stof tot discussie kan geven bleek tijdens het debat Beyond Generations dat Humanscale op 4 april organiseerde.

Bij zijn inleiding van het debat in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam vroeg organisator Henk Smit (op de foto rechts) zich af wat de invloed is van de veranderende werkomgeving op de verschillende generaties en of de generaties invloed hebben op de manier van werken. Debatleidster Marieke Grondstra informeerde vervolgens de aanwezigen kort over de verschillende type generaties waarbij er vanuit wordt gegaan dat een generatie een periode van vijftien jaar betreft: Protestgeneratie (1940-1955), Generatie X (1955-1970), Pragmaten (1970-1985) en Generatie Y (1985-2000). Vervolgens discussieerde een panel bestaande uit Fokke Wijnstra (mede-oprichter Finext), Marjolein de Jong (oprichter Young Inspiration), Steef van Lokven (programmacoördinator Starters4Communities), Daan Schipper (draaijer+partners) en Henk Smit (Humanscale) over de voorgelegde vragen. 

Cultuur en vertrouwen

De eerste vraag die aan het panel werd voorgelegd was: Hoe wordt gekeken naar diversiteit op de werkvloer? Fokke Wijnstra hield het antwoord op deze vraag bij zijn eigen organisatie en stelde dat het hebben van vertrouwen in elkaar de basis is van samenwerking en dat verschil in generaties hier amper tot geen rol heeft. Steef van Lokven vulde aan dat vooral de cultuur van een organisatie bepalend is voor de samenwerking van de medewerkers onderling. Toch plaatste Henk Smit een kanttekening: “Wanneer je als vijftiger door een jongere met u wordt aangesproken is er simpelweg niet alleen een verschil van leeftijd, maar tegelijk ook van levens- en werkervaring. Dat maakt dat je een voorbeeld bent en vraagbaak tegelijk. Dat geeft toch een bepaalde verantwoordelijkheid en maakt dat je een andere rol hebt dan de jongeren in de organisatie.” Daan Schipper stelt nog dat de diversiteitsdiscussie op de werkvloer niet bestond: “De middelen in de werkomgeving waren decennialang hetzelfde. Nu ploppen allerlei technologische innovaties op en is Artificial Intelligence booming. Ja, dat verandert het werk en bepaalt ook wel het besef van generaties. Maar zo werd algemeen opgemerkt: “Werkenergie krijg je toch vooral van schouderklopjes. Daar komen niet zoveel strategieën bij te pas.”

Niet te lang vergaderen

Bij het ontplooien van innovatieve en creatieve vaardigheden in een organisatie kan de generatie waar je deel van uitmaakt wel een rol spelen, zo vonden de verschillende debatteerders. Zo lijkt zingeving en idealisme in het bijzonder belangrijk te zijn voor de protestgeneratie en generatie Y. En zijn secundaire arbeidsvoorwaarden ook belangrijk voor generatie Y. Efficiënt je werk kunnen doen, ‘lekker je gang gaan’ en niet te lang willen vergaderen zijn kenmerken van de generaties X en de pragmaten zo werd opgemerkt. Opmerkingen uit de zaal bewaakten de nuance: herkenning van wat werd gezegd, maar pas op dat hier niet wordt gegeneraliseerd.

Kantoor?

Het debat kwam goed op stoom bij de vraag wat er nodig is om een inspirerend kantoor te krijgen. Wordt een kantoor inspirerend door de manier waarop het is ingericht? Of door de sfeer die ontstaat door de manier waarop mensen er met elkaar samenwerken? Fokke Wijnstra benaderde het pragmatisch: “Mijn voorkeur heeft de sfeer van een Grand Café en doe wat je denkt dat goed is. Maar doe dat vooral gezamenlijk.” Marjolein de Jong hecht aan de beschikbaarheid van voldoende ruimte: “Generatie Z (de pragmaten) en Y werken graag samen en daar moet dan wel de ruimte voor zijn.” Ook andere elementen worden benoemd die van invloed zijn op een inspirerend kantoor: van goede wifi en voldoende licht tot goede koffie. Steef van Lokven maakt een kritische kanttekening: “Fijn kunnen samenwerken en vele faciliteiten zijn allemaal belangrijk, maar de essentie blijft dat iemand goed zijn werk moet kunnen doen. En bij concentratiewerkzaamheden is een daarop ingerichte werkomgeving wel een voorwaarde.” De zaal ging met de discussie mee doen en stelde dat het belangrijk is dat goed wordt geïnventariseerd welke de behoeften bij de eindgebruikers zijn om zo optimaal mogelijk te kunnen presteren. Daarbij kwam ook het begrip ‘kantoor’ ter discussie te staan. Hoe moeten we het kantoor dan noemen was een opkomende vraag. Werkplek en werkomgeving waren termen die snel boven kwamen drijven.

Blijf nieuwsgierig

Op de laatste vraag hoe je als persoon flexibel en open het beste met de snel veranderende werkomgeving om kan gaan vonden de debaters en de zaal elkaar eensgezind. “Je moet als individu jezelf willen blijven ontwikkelen, blijf onbevangen en blijf nieuwsgierig. Blijf goed naar mensen om je heen luisteren om mede het werkproces te kunnen blijven organiseren.” Debatleidster Marieke Grondstra kon zich geen beter slotakkoord wensen.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven