Hoe meet je circulariteit van kantoorinrichting?

Hoe meet je circulariteit van kantoorinrichting?

Hoe beoordeel je de inkoop van circulaire kantoorinrichting? En wat is circulair? Gelukkig helpen keurmerken, zo bleek tijdens de derde bijeenkomst van leernetwerk Circulair Kantoorinrichting bij de Hogeschool in Utrecht. 

Deze bijeenkomst werd op 31 oktober gehouden in Utrecht. Een van de onderwerpen was het meten van de circulariteit van kantoormeubelen. Godard Croon van Copper8 besprak daarbij 3 meest gangbare meetinstrumenten.

Cradle2Cradle

‘De bekendste is Cradle2Cradle, dat ook het duurzaamheidsthema’s zoals waterbeheer en sociale eerlijkheid in de beoordeling meeneemt. Er zijn echter 2 nadelen: de certificering gebeurt op productniveau. Dat maakt het dus relatief duur om voor deze certificering te kiezen en dus hebben producenten zo’n certificaat voor slechts enkele items. Bovendien gebeurt de certificering op 5 niveaus (basis, brons, zilver, goud en platinum), maar is het niet helemaal helder hoe je die van elkaar kunt onderscheiden. Het kan ook zijn dat 2 leveranciers met 2 verschillende stoelen binnen hetzelfde niveau vallen. Voor wie kies je dan? Het certificaat beperkt daarmee enigszins het onderscheidend vermogen.’

CircularIQ

Een ander meetinstrument van circulariteit is CircularIQ. ‘Met deze tool kun je alle elementen benoemen die je graag wilt laten meten. Leveranciers krijgen vervolgens een vragenlijst die ze moeten beantwoorden. Het nadeel is dat je soms binnen de keten van leveranciers te weinig zicht hebt op de gebruikte materialen. Ook moet een leverancier bij deze tool gedetailleerde vragen invullen.’ Dat laatste was voor een van de deelnemers aan het leernetwerk geen bezwaar. ‘Wij maken veel gebruik van CircularIQ. Het invullen valt wel mee. Voor ons is het een bruikbaar meetinstrument.’

Ecochain

Tot slot besprak Croon kort het derde instrument: Ecochain. ‘Bij dit internationale erkende meetinstrument krijg je voor al je producten een levenscyclusanalyse (LCA) en een daaruit voortvloeiende milieukostenindicator (MKI). Dit instrument kan dus een belangrijke ontwikkeling binnen aanbestedingen zijn. Alleen hebben veel “nieuwe sectoren”, zoals de meubelbranche, nog niet veel data beschikbaar gesteld. Dat maakt het maken van referentiekaders voor deze meetmethode wat lastig. De branche moet dus eerst meer bekend worden met dit systeem.’

Het voordeel van EcoChain is dat het werkt op basis van een LCA die in veel sectoren, zoals de bouw en GWW, al 10 jaar een gebruikelijke methode is. Binnen de meubilairsector is dit nog minder gangbaar, al komt daar met het platform “Inside/Inside” al verandering in, aldus Croon. Dit initiatief verzamelt MKI-waardes van materialen en producten binnen de interieursector, zodat de milieu-impact inzichtelijk en vergelijkbaar wordt.

Lees hier meer over de bijeenkomst.

Bron: PIANOo

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven