“Ik heb 35.000 toeschouwers die iets vinden van mijn werk

“Ik heb 35.000 toeschouwers die iets vinden van mijn werk<span class='ILfuVd' lang='en'><span class='hgKElc'>”</span></span>

Tijdens de WPX 2023 werd Jaco van Noppen uitgeroepen tot de ISS Workplace Manager of the Year 2023. Volop aanleiding deze workplace manager pur sang te vragen wat hem drijft en welke ontwikkelingen hij waarneemt.

Duurzaamheid

“TU Delft heeft hoge duurzaamheidsambities. Voor de invulling daarvan hebben we een aparte Coördinator Duurzaamheid die richting geeft aan de uitvoering van de plannen. Andy van den Dobbelsteen (hoogleraar Climate Design & Sustainability – red.) heeft een enorme drive en ook veel gezag binnen het instituut. Maar er is een gezond spanningsveld tussen wat hij moet bereiken en mijn rol daarin, te weten het bewaken van de business continuity. We zijn als team succesvol omdat het lukt te verduurzamen ‘met de winkel open’. Uiteindelijk is TU Delft toch vooral een enorme fabriek van laboratoria en onderwijsruimten, en die moeten ook gewoon doordraaien. Dus als wij als CREFM geprezen worden om onze bijdrage aan verduurzaming, dan is dat toch vooral omdat we steeds op zoek zijn naar wegen om het haalbaar, schaalbaar en betaalbaar te maken. Dat zijn drie belangrijke pijlers – overigens niet alleen onder verduurzaming, maar ook onder innovatie in het algemeen. Natuurlijk staat dat wel eens op gespannen voet met de snelheid waarmee we in theorie stappen vooruit zouden kunnen zetten, maar als iets werkt op kleine schaal – zeg maar op het niveau van één smart building – wil dat nog niet zeggen dat het óók werkt voor een portefeuille van meer dan zestig, soms supercomplexe gebouwen. Net zoals iets duurzaams maken vanuit een greenfield situatie toch een stuk gemakkelijker is dan een transitie van niet, of weinig duurzaam naar volledig duurzaam. Ik ben all-in voor iedere maatregel die bijdraagt aan het verduurzamen of smart maken van gebouwen, maar hij moet wel passen binnen de langetermijnbusinesscase op basis van de total cost of ownership die er ligt. Gewoon maar zeggen: ‘het kan al, het is er al, moeten wij ook’ is vaak net wat te gemakkelijk.”

Gezondheid

“De gezonde werkomgeving was als issue al belangrijker aan het worden, maar dat is door covid nog eens enorm versterkt. Mijn indruk is dat het ons als Real Estate- en FM-professionals helpt om binnen de organisatie sneller en beter over het voetlicht te krijgen dat een werkplek méér is dan een bureau met vier muren. Dat het ook een gezonde werkplek moet zijn, qua ventilatie, groen en verlichting – dat het ook een plek moet zijn waar het gewoon prettig is om te werken. Wat daarbij zeker ook een rol speelt is dat medewerkers veeleisender zijn geworden. Ze komen nog maar twee of drie dagen naar kantoor, en vaker van buiten de regio. Dat levert over het geheel genomen een toename van de flexibiliteit in de workforce op en dat zullen we moeten faciliteren. Ik zie daarin ook een belangrijke opgave voor het vakgebied: een goede inschatting maken van de ontwikkelingen op de korte, middellange en lange termijn zodat organisaties daar voldoende flexibel op kunnen inspelen. We zijn de fase van het ‘u-vraagt-wij-draaien’ nu wel ontstegen, het vak is volwassen geworden. We werken met data en kijken naar een integrale aanpak van de werkplek. Modulair, flexibel, betaalbaar, en natuurlijk duurzaam en gezond.”

Sociaal

“Een campus is natuurlijk per definitie een plek waar mensen elkaar ontmoeten. TU Delft gaat daarin nog een stap verder, omdat ons terrein openbaar toegankelijk is en dus ook een functie heeft voor de inwoners van de stad Delft en de omgeving. In oppervlakte is de campus bijna een derde van Delft, en dus hebben we ook best veel invloed op de stad. Dat geldt overigens ook omgekeerd: met allerlei stakeholders, de wethouders en soms de burgemeester. We werken ook samen, bijvoorbeeld bij het plaatsen van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. We vinden dat vanzelfsprekend vanuit onze sociale missie, en als gebaar naar de lokale samenleving waar we onderdeel van zijn. Overigens zijn de panelen hier wel wat aan het schuiven, omdat Delft eigenlijk te klein is geworden voor onze groeiambitie. We leveren nu ongeveer 4000 ingenieurs per jaar af en dat moet naar 6000 – en daarvoor moeten we uitbreiden. Vandaar dat we inmiddels onder de merknaam TU Delft een satellietcampus hebben in Amsterdam en Den Haag, en ook rondkijken in Rotterdam. Op die manier proberen we de BV Nederland op termijn beter te bedienen op de grote maatschappelijke vraagstukken van nu, zoals AI, de energietransitie, the future of health enzovoorts.”

Verbinding

“Dat is een begrip dat je op veel manieren kunt invullen – en dat we als TU Delft ook op veel manieren invulling geven. Zoals gezegd fysiek, door in verbinding te staan met de stad en de omgeving. Maar ook in de omgang met onze leveranciers. We zullen nooit een klassiek contract afsluiten met als inhoud: ‘u doet x, of levert y, voor zoveel jaar, tegen deze prijs’. Het is altijd: ‘we gaan samenwerken in verbinding, en we gaan samen kijken welke stappen we de komende jaren kunnen zetten’. Want soms is een leverancier ook nog helemaal niet zover. Wat ik zelf een mooi voorbeeld vindt van verbinding is het feit dat onze Studentenraad meekijkt naar al onze voorstellen voor het gebruik van gebouwen. Dat is bijzonder, want op die manier worden de generaties die nu nog niet aan het werk zijn betrokken bij de beslissingen over de werkomgeving van morgen. Je zou kunnen zeggen dat dat verbindend is ‘over de generaties heen’. En last but not least ben ik er trots op dat het ons steeds beter lukt om nieuwe medewerkers aan ons te binden. Niet omdat we ze een grote zak geld bieden, maar omdat ze zich verbonden voelen met onze purpose. Dat is ook in lijn met recent onderzoek: in de huidige arbeidsmarkt is er voor werknemers genoeg keuzevrijheid en daarmee blijken ethische en maatschappelijke vraagstukken zwaarder te wegen. Door de slag die we als TU Delft nu maken op duurzaamheid en innovatie merken wij dit ook – al staan er ook bij ons nog genoeg vacatures open, dus we moeten dit verhaal misschien nóg beter vertellen.”

Kennisdeling

“In een organisatie als de onze is de wetenschap altijd betrokken bij innovaties op onze portefeuille. Dat is ook logisch natuurlijk, want wij bedrijven wetenschap als corebusiness. Dus als we nadenken over hybride werken, dan betrekken we daar de faculteit Bouwkunde bij, en dan niet alleen de hoogleraren maar ook de afstudeerders. Collega’s zeggen wel eens: het is een enorme luxe dat je zoveel kennis op zoveel aspecten daadwerkelijk in huis hebt. Ik zeg dan altijd dat het een beetje een vloek en een zegen is. Ze hebben natuurlijk gelijk, maar tegelijkertijd zijn er binnen de TU Delft heel veel mensen die een uitgesproken mening hebben over van alles en nog wat. Er werken ruim zevenduizend medewerkers en we bedienen 30.000 studenten, dus ik heb pakweg 35.000 toeschouwers die iets vinden van mijn werk. Elke dag. En die ook nog eens echt inhoudelijk wat te zeggen hebben, dus al die input goed managen is soms best een uitdaging. Dat maakt ook dat ik soms tegengas geef bij mensen die pleiten voor nóg meer sensoren en nóg meer data … je kan op een zeker moment ook te veel kennis hebben, bij wijze van spreken. Los van het feit dat we – bewust of onbewust – vaak al veel meer data hebben dan we gebruiken. Ons eigen Smart Campus Tools project is daarvan een goed voorbeeld: daar halen we data uit bronnen als beveiligingspoortjes en inlogsystemen, die op de juiste wijze gecombineerd en geaggregeerd heel nieuwe inzichten blijken op te leveren.”

Dit interview was te lezen als coverinterview van het SWP Magazine #12 Wellbeing.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook
Jaco van Noppen

Jaco van Noppen

Directeur Vastgoed en Facility Management, TU Delft Campus

»

permalink

Meer artikelen van Jaco van Noppen

Naar het overzicht

Terug naar boven