Ergonomen willen minimumaantal stiltewerkplekken in open kantoorruimtes

Ergonomen willen minimumaantal stiltewerkplekken in open kantoorruimtes

De ArboUnie pleit voor een minimumaantal stiltewerkplekken om het ziekteverzuim onder kantoormedewerkers terug te dringen. Een van de voornaamste oorzaken daarvan is de kantoortuin, zo laat De Monitor zien.

Het onderzoeksprogramma De Monitor van KRO-NCRV dat op 24 februari om 22.15 op NPO 2 te zien is, heeft 90 leden van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) benaderd. Van hen zegt 80 procent dat het ziekteverzuim zou dalen als mensen met minder collega’s in een ruimte zitten. Bijna 60 procent van de ondervraagden vindt zelfs dat kantoortuinen moeten worden afgeschaft. Een derde staat er neutraal tegenover.

Ruim negen op de tien ondervraagde bedrijfsartsen zeggen dat de kantoortuin wordt genoemd als een van de oorzaken voor verzuim onder werknemers die zich melden. Geluidshinder (93 procent) en concentratieverlies (94 procent) zijn de voornaamste oorzaken van de klachten. Zo’n 80 procent van de artsen hoort dat werknemers stress ervaren in een open kantoor. Circa 60 procent noemt hoofdpijn en ruim een derde (38 procent) zegt dat patiënten een burn-out melden als gevolg van de kantoortuin. Een aantal bedrijfsartsen meldt in een open vraag dat de reïntegratie van werknemers veel moeilijker verloopt als deze mensen worden teruggezet in de kantoortuin.

De ondervraagden geven aan dat werknemers weinig invloed hebben op de inrichting van hun werkplek. Ruim zeventig procent vindt dat werknemers onvoldoende mogelijkheden hebben om zich tegen een kantoortuin te verzetten en een aanpassing af te dwingen. Ongeveer eenzelfde aantal heeft niet de indruk dat bedrijven voldoende tegemoetkomen aan alternatieve werkplekken, zoals een concentratieplek.

In de uitzending pleit Erwin Speklé, senior ergonoom bij ArboUnie en lid van de adviesraad van Human Factors NL, de Nederlandse vereniging voor ergonomie, de huidige afspraken over de inrichting van kantoorruimtes worden aangepast. Die afspraken zijn vastgelegd in een tien jaar oude NEN-norm, de NEN 1824 – 2010. In die norm staan ergonomische eisen voor de oppervlakte van werkplekken in kantoren, zoals onder andere het minimumaantal verplichte vierkante meters voor de werktafel van de werknemer.

Maar er staat niets in de norm over de verhouding tussen de open werkruimte en stilteplekken. Speklé: “In een open kantooromgeving moet een vast aantal concentratieplekken per zoveel werknemers worden vastgelegd. Net als dat je per zoveel werknemers een vast aantal toiletten moet hebben. Het is belangrijk dat mensen kunnen werken op een plek waar ze wíllen werken en dat ze zich niet gevangen voelen in een grote ruimte. Als mensen zelf kunnen kiezen hoe ze hun werk inrichten, heeft dat een hele positieve invloed.”

Speklé wijst in De Monitor op de uitkomsten van een recente studie van het Noorse nationaal instituut van arbeidsomstandigheden, onder meer dan 6300 werknemers van verschillende bedrijven. Uit die data blijkt dat mensen die in een open kantoorruimte werken, een hoger risico lopen op ziekteverzuim. Het aanbieden van stilteplekken kan het verzuim reduceren volgens de onderzoekers.

Ook architect Nanne de Ru zegt in de uitzending van De Monitor dat bedrijven een vast aantal stilteplekken zouden moeten hebben om tot een optimale prestatie te komen van de werknemers. Hij is voorstander van 20 procent stilteplekken en 50 procent flexplekken.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven