Ventilatie in binnenruimtes niet altijd coronaproof

Ventilatie in binnenruimtes niet altijd coronaproof

De ventilatie in binnenruimtes inclusief kantoren is lang niet altijd coronaproof. Dat stellen 236 wetenschappers, die daarover een brandbrief aan de WHO schreven. Onder hen ook drie Nederlandse deskundigen.

Voor bijeenkomsten binnen geldt sinds 1 juli geen maximumaantal bezoekers meer. Mensen moeten wel 1,5 meter afstand houden en het RIVM adviseert gebouweigenaren om zich aan de ventilatie-eisen uit het Bouwbesluit te houden. De drie deskundigen zijn er echter van overtuigd dat het Nederlandse Bouwbesluit niet voldoet aan de standaarden die nodig zijn om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, mochten aerosolen daarbij inderdaad een rol spelen.

Zo stelt binnenmilieu-expert Francesco Franchimon, die promoveerde op het onderwerp ‘hoe bescherm je gebouwen tegen een pandemie?’, in een gesprek met het AD: “De normen in het Bouwbesluit zijn echt minimumeisen, waarin geen rekening is gehouden met infectieziekten. Je hebt echt meer verse lucht in binnenruimtes nodig.” Dat vindt ook Philomena Bluyssen, hoogleraar indoor environment aan de TU Delft. “De voorschriften in het Bouwbesluit zijn niet gericht op gezondheid. Het voldoet niet.” 

Bovendien laat ook de controle veel te wensen over, stelt binnenklimaatexpert Atze Boerstra, directeur van bba Binnenmilieu en lid van diverse expertpanels: “Ik onderzoek genoeg gebouwen om te weten hoe het ervoor staat. Ik durf te zeggen dat 20 tot 30 procent niet voldoet aan de eisen in het Bouwbesluit. Of dat nou kroegen, scholen of kantoren zijn.” Gebouweigenaren die niet goed genoeg ventileren, lopen bovendien weinig gevaar om tegen de lamp te lopen. Boerstra: “De afdeling bouw- en woningtoezicht van de gemeente controleert bij een nieuw gebouw aan de hand van de bouwtekeningen of de ventilatie voldoet. Maar als het gebouw eenmaal in gebruik is, wordt er zelden meer gecontroleerd.” Franchimon beaamt het beeld dat Boerstra schetst. “Als een kantoorruimte bijvoorbeeld een vergaderruimte wordt, weet je niet zeker of het gecontroleerd wordt.” Dat laatste zou wel moeten, stellen de experts, omdat een lange vergadering in potentie een superspreader event kan zijn.

In het AD adviseert Franchimon gebouweigenaren om in ieder geval te doen wat in hun vermogen ligt. “Sommige ventilatiesystemen kennen verschillende standen: zet hem dan op de maximale stand, en ventileer ‘s nachts door. Zorg dat je zo veel mogelijk verse lucht binnenhaalt, en doe je ramen open als dat kan.” Ook Boerstra wijst er op dat veel te bereiken is met simpele maatregelen, zoals het plaatsen van CO2-metertjes die aangeven wanneer het verstandig is om de ramen even open te doen.

Bluyssen besluit het artikel in het AD met een hartenkreet. “Wij zeggen niet dat besmettingen alleen via aerosols plaatsvinden. Ook grote druppels en direct contact spelen een rol. Maar accepteer nou gewoon dat er een derde route is: via de lucht. Als we weer met honderden mensen in een ruimte samen willen komen, moeten we daar echt rekening mee houden.”

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven