Economische vooruitzichten voor vastgoedsector nog gunstig

Economische vooruitzichten voor vastgoedsector nog gunstig

De economische vooruitzichten voor de vastgoedsector zijn nog gunstig. Wel zal de sector last krijgen van de gevolgen van de stikstofuitspraak van de Raad van State. Dat staat in de Stand van Vastgoed van ABN AMRO.

De vastgoedsector groeide hard de afgelopen jaren, net als de Nederlandse economie. De vastgoedsector is zeer conjunctuurgevoelig en beweegt mee met de groei van de Nederlandse economie. De Nederlandse economie groeide in het eerste halfjaar van 2019 wat minder hard en dat is ook te zien in de waarde van het vastgoed. De waarde steeg met 8,5 procent in vergelijking met een jaar eerder. Dat is een stuk minder dan de groei in 2018 van 9,7 procent.

Gevolgen stikstofuitspraak

De vastgoedsector zal last krijgen van de gevolgen van de stikstofuitspraak. Projectontwikkelaars zullen te maken krijgen met uitstel en afstel van projecten, waardoor hun omzet onder druk komt te staan. Voor beleggers kan de stikstofuitspraak juist positief uitvallen. Doordat er minder nieuwe gebouwen bijkomen, kan de waarde van de huidige gebouwen stijgen. Dit zal een positief effect hebben op de prognoses voor de waardeontwikkeling van vastgoed.

Kantorenmarkt blijft doorgroeien

De uitgangspunten voor de kantorenmarkt blijven positief. Door de economische groei is de vraag naar kantoorlocaties groot. De werkgelegenheid in Nederland is hoog. In juni 2019 waren er bijna 8,5 miljoen banen in Nederland, 2,2 procent meer dan een jaar eerder. De werkloosheid blijft laag, in 2019 naar verwachting 3,4 procent. Het percentage zal naar verwachting in 2020 iets stijgen, naar 3,7 procent. Dit heeft positieve gevolgen voor de waardeontwikkeling van kantoren. In de eerste drie kwartalen van 2019 steeg de waarde met 5,2 procent in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder.

De kantorenmarkt ontwikkelt zich regionaal nog wisselend. Het aanbod van kantoren nam in Nederland begin 2019 met 7 procent af in vergelijking met begin 2018. In veel gebieden neemt het aanbod ook daadwerkelijk af, maar in delen van de provincie Noord-Holland, Groningen, Friesland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg neemt het aanbod van kantoren toe. De opname van kantoren neemt in Nederland als geheel met 12 procent toe. Dit geeft aan dat er veel vraag naar kantoren is. Ook hier is regionaal nog veel verschil. In het noorden van Noord-Holland en delen van Groningen, Drenthe, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg neemt de opname van kantoren juist af. Al met al verbetert de kantorenmarkt zich in de Zaanstreek en Noord-Drenthe het snelst. En heeft de kantorenmarkt in Zuidoost-Drenthe en Zeeuws-Vlaanderen het nog het moeilijkst.

Campussen zorgen voor werkgelegenheid in middelgrote universiteitssteden

In de periode tussen 2010 en 2014 startten veel gemeentes initiatieven voor campusontwikkeling. Een campus is een fysieke locatie die gericht is op R&D en/of technologie. Er zijn ook kennisinstellingen aanwezig en er vindt actieve open innovatie plaats tussen bedrijven en deze kennisinstellingen. Een universiteit kan een rol daarin spelen, maar dat is geen vereiste.

Bedrijven vestigen zich relatief vaak op een campus in middelgrote universiteitssteden. In Wageningen en Enschede zijn respectievelijk een op de 25 en een op de 20 bedrijven binnen de gemeentegrenzen daar gevestigd. In grote steden is dat aandeel relatief het laagst. Dat komt doordat het totaal aantal bedrijven in steden zoals Amsterdam of Utrecht groot is. Maar ook het aantal absolute vestigingen op de campus in deze twee steden is laag, In Amsterdam zijn dit er 159 en in Utrecht 103, weinig in vergelijking met sommige middelgrote steden zoals Delft (245), Eindhoven (308) en Enschede (471).

Gemiddeld is bijna een op de drie bedrijven op een campus een spin-off en een op de vijf een start-up. Spin-offs zijn bedrijven die zich op de campus hebben kunnen ontwikkelen. Hun ontwikkeling was zonder een campus minder waarschijnlijk geweest. In de gemeentes Enschede en Wageningen is het aantal spin-offs groot.

De bijdrage van spin-offs aan de werkgelegenheid in een gemeente loopt sterk uiteen. In Amsterdam en Helmond is dit nagenoeg nihil. Bij een aantal middelgrote universiteitssteden zoals Delft (1,8 procent), Enschede (2,2 procent), Leiden (2,7 procent) en Wageningen (5,9 procent) is aandeel in de totale werkgelegenheid door spin-offs op campussen juist groot. In de gemeente Wageningen werkt zelfs 1 op de 17 werknemers bij een spin-off op de campus.

Download hier de Stand van Vastgoed van ABN AMRO.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven