Duurzaam door inzicht, lef en integraal denken

Duurzaamheid staat in de top drie trends die de werkomgeving beinvloeden, maar hoe vertaal je ambities naar acties? In de BNW-Index namen we een kijkje in de keuken bij VGZ.
Drie speerpunten sprongen er vorig jaar uit: circulair inkopen en materialen hergebruiken, energieverbruik in kantoren verlagen en medewerkers stimuleren tot duurzamer gedrag. Dat is een goed begin, maar duurzaamheid gaat verder dan energiebesparing en hergebruik. Het draait ook om slimmere processen, efficiëntie, minder verspilling en het creëren van een werkomgeving die écht toekomstbestendig is.
Kantoorparadox
Kantoren zijn grootverbruikers van energie en materialen. Een logische oplossing? Minder ruimte gebruiken. En dat is precies wat de BNW-index van 2024 laat zien: per medewerker wordt er minder vierkante meter kantoorruimte ingezet. In veel gevallen was dit een financieel gedreven ontwikkeling, in enkele gevallen gedreven door duurzaamheid. Groeiende organisaties houden hun ruimte gelijk, terwijl krimpende bedrijven vierkante meters afstoten. Want de meest duurzame ruimte is immers de ruimte die je niet nodig hebt. Toch is er een paradox: sinds de coronapandemie werken we massaal volgens de ‘dido-economie’. Op dinsdagen en donderdagen zijn kantoren drukbezet, maar op andere dagen staan ze grotendeels leeg. Het Instituut voor de Nederlandse Taal riep ‘kamelenweek’ zelfs uit tot ‘woord van de week’. Uit de BNW-index blijkt dat de gemiddelde kantoorbezetting in een werkweek slechts 45% is — de helft van de ruimte blijft dus onbenut. Los van het feit dat we onze meters duurzaam inrichten met hergebruik en circulaire materialen, maken we dus met elkaar eigenlijk heel inefficiënt gebruik van onze vierkante meters. En hoe duurzaam is dat? En moeten we onze focus niet verplaatsen naar hoe we onze kantoren beter kunnen gebruiken?
Zorgverzekeraar met een missie
VGZ is een van de grootste zorgverzekeraars van Nederland en verzekert ruim vier miljoen leden, zonder winstoogmerk. De coöperatie heeft een belangrijke maatschappelijke rol en wil vooroplopen in gezondheid en zorg. Hun belangrijkste missie? Zorgen dat zorg toegankelijk en betaalbaar blijft, nu en in de toekomst. Als zorgverzekeraar draait bij VGZ alles om gezondheid — niet alleen die van hun verzekerden, maar ook die van de eigen organisatie. Bevlogen en gezonde medewerkers zijn immers de sleutel tot succes. Zoals VGZ zelf stelt: “We geloven dat we pas de gezondste organisatie zijn, als onze medewerkers gelukkig en gezond zijn. Daarom investeert VGZ in duurzame arbeidsvoorwaarden, zoals een gezonde lunch op kantoor en een hogere fietsvergoeding ten opzichte van de autovergoeding.
Met kantoren in Arnhem en Eindhoven is VGZ al vaker in de spotlights gekomen vanwege hun vooruitstrevende werkomgeving. In 2017 wonnen ze de Winning Workplace Award en behaalden ze het Platinum WELL-certificaat, waarmee ze zich het ‘Gezondste Kantoor van Nederland’ mochten noemen. Maar VGZ kijkt verder dan certificeringen: duurzaamheid is een integraal onderdeel van hun strategie. Daarom ontwikkelde VGZ een duurzaamheidskompas waarin ‘gezond’, ‘gelijk’ en ‘groen’ centraal staan. Die richt zich op thema’s als klimaat en milieu, diversiteit en inclusie, en de brede ambitie om Nederland gezonder te maken. Voor de pijler ‘groen’ heeft VGZ duidelijke doelen gesteld, waaronder het bijdragen aan een circulaire economie en verminderen van het gebruik van primaire grondstoffen.
Daarnaast committeert VGZ zich aan het ‘1,5 graadscenario’ uit het klimaatakkoord van Parijs. Het klimaatakkoord verplicht organisaties om hun CO2-uitstoot fors te verlagen. De deadlines zijn scherp: 50% minder uitstoot in 2030 en netto nul2 in 2050. De opwarming van de aarde is een feit, maar hoe erg het wordt, hebben wij in de hand.
Kritisch op ruimtegebruik
Het efficiënter benutten van kantoorruimte is een speerpunt in de strategische huisvestingsvisie. VGZ neemt hierin het voortouw door bewuste keuzes te maken in het benutten van vierkante meters. Om onnodige leegstand te voorkomen, zijn de kantoren in Arnhem en Eindhoven sinds enkele jaren één dag per week gesloten. Een ingreep die niet alleen duurzame impact heeft, maar ook kosten bespaart. Duurzaamheid betekent immers ook kritisch kijken naar hoe je je werkomgeving gebruikt.
Hoe zij dat doen? Daar gaan we in het volledige artikel dieper op in.