Grote financiële onzekerheid voor gemeenten

Grote financiële onzekerheid voor gemeenten

De VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) heeft een opmerkelijk advies gegeven aan gemeenten over hun begrotingen vanaf 2026: presenteer een niet-sluitende begroting.

Het is duidelijk dat er sprake is van een uitzonderlijke situatie waarin gemeenten zich bevinden met betrekking tot hun financiën.

Niet-sluitende begroting

Het presenteren van een niet-sluitende meerjarenraming is ongebruikelijk, maar het wordt gerechtvaardigd door de noodzaak om de gevolgen van de keuzes van het kabinet en de bezuinigingen inzichtelijk te maken. De aanleiding voor dit advies is het feit dat er vanaf 2026 structureel 3,4 miljard euro minder beschikbaar zal zijn voor gemeenten en provincies volgens de Voorjaarsnota. Hierdoor zullen de meeste gemeenten te maken krijgen met structurele begrotingstekorten in 2026, met name op het gebied van het dragen van de eigen lasten en het hebben van een buffer om tegenvallers op te vangen.

Daarnaast dreigen er meer kortingen op het budget van gemeenten waarmee het ‘ravijn van 2026’ nog dieper lijkt te worden. Volgens Binnenlands Bestuur (week 33/2023) ziet Financiën met de Ombuigingslijst 2023 tal van mogelijkheden om te bezuinigen op gemeenten en provincies. Daarnaast dreigt ook de opschalingskorting weer terug te komen (ooit bedoeld om gemeenten te dwingen op te schalen tot 100.000 inwoners en zo kosten te besparen). Die korting zou op kunnen lopen tot een half miljard euro in 2028.

Om de gevolgen van deze financiële uitdagingen aan te tonen, raadt de VNG aan om voor de jaren 2024 en 2025 een sluitende begroting te presenteren, terwijl voor de jaren 2026 en 2027 een realistische begroting moet worden opgesteld, waarin de tekorten duidelijk naar voren komen. Deze begrotingen moeten gebaseerd zijn op het huidige takenpakket, noodzakelijke investeringen, inflatie, stijgende rente, ambities uit het coalitieakkoord en geschatte mee- en tegenvallers.

Mogelijke oplossingen

De verslechterende financiële positie van gemeenten raakt ook de ruimte voor het investeren in en het beheren en onderhouden van maatschappelijk vastgoed; gebouwen en accommodaties die worden gebruikt voor maatschappelijke functies, zoals scholen, multifunctionele accommodaties, sport­faciliteiten, cultuurcentra, buurthuizen, gezondheidszorginstellingen en andere sociale voorzieningen. HEVO beschrijft in hun artikel mogelijke oplossingen:

  • Strategische planning: gemeenten hebben behoefte aan hulp bij het ontwikkelen van een strategische visie voor hun maatschappelijk vastgoed. Dit omvat het identificeren van de behoeften van de gemeenschap, het evalueren van bestaande voorzieningen en het bepalen van de optimale locaties voor maatschappelijke functies.
  • Vastgoedportefeuillebeheer: het beheren van een uitgebreide vastgoedportefeuille kan complex zijn. Gemeenten kunnen hulp gebruiken bij het beoordelen van de staat van bestaande gebouwen, het prioriteren van renovaties en onderhoud, en het bepalen van de beste aanpak voor het afstoten van overtollig vastgoed.
  • Duurzaamheid en energie-efficiëntie: het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed is een belangrijke opgave voor gemeenten. Het Klimaatakkoord en de sectorale routekaart van de VNG geven die duidelijk aan. Hulp bij het identificeren van energiebesparende maatregelen, subsidies voor duurzame initiatieven en het opstellen van langetermijnplannen voor energie-efficiëntie kan van waarde zijn.

Benieuwd naar alle tips en oplossingen? Lees het volledige artikel op de website van HEVO.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven