De belangrijkste veranderingen na 5 jaar thuiswerken

In maart 2020 moest de kantoormens verplicht gaan thuiswerken. Wat is er sindsdien veranderd? In de BNW Index kijken Nick Lettink en Jacqueline Schlangen naar de grootste veranderingen.
Minder werken wordt tegenwoordig als gezond beschouwd, en verplicht op kantoor aanwezig zijn juist als ongezond. En dat is niet onterecht: op kantoor zijn we vaak blootgesteld aan veel te veel prikkels en brengen we te veel tijd zittend door.
Geen clubhuis
Sinds de coronapandemie is de kantoormens structureel meer gaan thuiswerken. Daardoor zijn de eisen aan het kantoor aanzienlijk toegenomen. We willen er onze collega’s kunnen ontmoeten, er moeten voldoende vergaderruimtes en belcellen zijn, en het kantoor moet goed bereikbaar zijn met zowel het openbaar vervoer als de auto.
Het kantoor is geen clubhuis, maar een plek waar gewerkt moet kunnen worden. Opvallend is dat het aantal uren dat we individueel achter een scherm op kantoor werken sinds corona juist is gestegen. Tegelijkertijd is er een duidelijke verschuiving in bezettingspatronen: na de lunch wordt het al rustiger op kantoor en na 15:00 uur neemt de bezetting verder af. Op vrijdag is het kantoor vaak vrijwel leeg en lijkt deze dag voor velen een officiële vrije dag te zijn geworden.
Geconcentreerd werken
Sinds 2023 komen we weliswaar weer wat vaker naar kantoor, maar het aantal vierkante meters per werknemer neemt af. Dat voelt, zeker na al het thuiswerken, krapper dan voorheen. Kantoren worden sneller als druk ervaren. Daarbij zijn veel werkplekken nog altijd net zo slecht ingericht als vóór corona. Zo wijst Nick Lettink op situaties waarbij een koffiepantry midden in een ruimte is geplaatst, waardoor geconcentreerd werken onmogelijk wordt. Ook zijn er nog steeds grote kantoortuinen met rijen werkplekken in plaats van kleinere ruimtes met maximaal vier werkplekken. Belcellen sluiten vaak niet goed af, de luchtkwaliteit laat te wensen over, en de akoestiek is gebrekkig.
Daar komt bij dat het sinds corona ook drukker is geworden in het openbaar vervoer en op de weg. Toch durven werkgevers hun vingers niet te branden aan verplichte kantoordagen of een betere spreiding van aanwezigheid. Hierdoor blijft de piekdrukte op dinsdag en donderdag bestaan.
Thuiswerkers hebben vaak het idee dat ze effectief, efficiënt en goed werk leveren, maar in de praktijk valt dat regelmatig tegen. De kantoormens is verwend geraakt door het thuiswerken en lijkt het bredere belang van de organisatie uit het oog te verliezen. Volgens onderzoeker Schlangen moeten medewerkers nu te vaak zelf beslissen, en kiezen ze dan logischerwijs voor zichzelf – en dus voor thuiswerken. Nick Lettink ziet hetzelfde: "Veel werknemers redeneren: mijn werkgever mag blij zijn dat ik kom. Dat moet echt anders."
Benieuwd naar meer inzichten uit de BNW Index 2025? Lees hier het volledige verslag.