Innovatiepartnerschap in Nederland: klaar voor groeispurt?

Innovatiepartnerschap in Nederland: klaar voor groeispurt?

Is het op 1 juli 2016 geïntroduceerde innovatiepartnerschap na een stille opmars klaar voor een groeispurt? Femke Rasenberg en Gerben Hofmeijer van Smart WorkPlace partner AT Osborne maken de balans op.

Sinds 1 juli 2016 kunnen aanbestedingsplichtige overheden een innovatiepartnerschap aangaan met bedrijven. Doel van een innovatiepartnerschap is om samen met marktpartijen innovatieve producten, diensten of werken te ontwikkelen en het resultaat daarvan vervolgens aan te kopen.

Aanleiding voor de introductie van het innovatiepartnerschap was de constatering vanuit Europa dat bij aanbestedingen meer ruimte moest komen voor innovatie en duurzaamheid. De aankoop van innovaties door overheden speelt volgens Europa namelijk ‘een centrale rol in het verbeteren van de efficiëntie en de kwaliteit van overheidsdiensten en vormt een antwoord op grote maatschappelijke uitdagingen’.

Onzekerheid

Ruim drie jaar na dato kunnen we concluderen dat overheden niet direct warmliepen voor het innovatiepartnerschap. Er was lange tijd veel onzekerheid over de (on)mogelijkheden; zowel op juridisch vlak als bij de uitvoering in de praktijk. Zo ontstond meermaals discussie over de vraag of in een specifiek geval nu daadwerkelijk sprake was van een voor een innovatiepartnerschap vereiste ‘nieuwe of aanmerkelijke verbetering’. Deze onzekerheid en discussies zorgden aanvankelijk in ieder geval voor terughoudendheid bij veel overheden.
Inmiddels zijn er 30 innovatiepartnerschappen gepubliceerd op TenderNed, waarvan 15 in het afgelopen jaar. Kunnen we voorzichtig concluderen dat het innovatiepartnerschap na een stille opmars klaar is voor een groeispurt? Een aantal voorlopige conclusies op basis van de data uit TenderNed:

1. Rijk, waterschappen en enkele gemeenten voorop

Vooral het Rijk, een aantal gemeenten en waterschappen hebben het innovatiepartnerschap tot nu toe omarmd. Zo was het Rijk een van de eersten die een innovatiepartnerschap publiceerde. Dit zijn er nu zeven in totaal. Steeds gaat het om de ontwikkeling (en mogelijke aankoop) van innovatieve oplossingen voor grote(re) maatschappelijke problemen. Economische Zaken heeft bijvoorbeeld een innovatiepartnerschap gepubliceerd voor de PAN6000-systemen en IenW een innovatiepartnerschap voor 5G in mobiliteit. Rijkswaterstaat heeft in 2018 al twee innovatiepartnerschappen gepubliceerd: voor goederenvervoermodellen en voor innovaties in het reguliere kustonderhoud.
Gemeenten hebben van alle overheden de meeste innovatiepartnerschappen gepubliceerd: negen in totaal. Gelet op het aantal gemeenten in Nederland is dit niet direct opmerkelijk. Opvallend is wel dat het niet alleen de grotere gemeenten als Amsterdam, Utrecht en Almere betreft, maar ook kleinere gemeenten als Gemert-Bakel en Hof van Twente. De omvang van de betreffende overheid lijkt dus niet relevant voor het succesvolle initiëren van een innovatiepartnerschap.
Wat ook opvalt in de overheden die innovatiepartnerschappen hebben gepubliceerd, is dat de waterschappen al vijf innovatiepartnerschappen hebben gepubliceerd, waarvan er drie op naam staan van het waterschap Rivierenland. Dit waterschap is dan ook koploper in aantal gepubliceerde innovatiepartnerschappen, op de voet gevolgd door RWS, Amsterdam en Utrecht met ieder twee innovatiepartnerschappen.

Tot slot is een nieuwe mijlpaal bereikt doordat recent ook een eerste speciaal sectorbedrijf, Tennet, een innovatiepartnerschap heeft gepubliceerd. Tennet zoekt sinds 11 oktober 2019 namelijk via een innovatiepartnerschap twee GW offshore HVDC energietransportsystemen, die ’proven safe, reliable, delivered on-time and cost efficient’ zijn. Ook binnen deze speciale sectoren wordt nu dus innovatie uit de markt gehaald.

2. De opmars is langzaam maar gestaag

Het aantal gepubliceerde innovatiepartnerschappen in dezelfde periode neemt ook gestaag toe. In het eerste jaar nadat het innovatiepartnerschap was geïntroduceerd (tot juli 2017) werden drie innovatiepartnerschappen gepubliceerd, in het tweede jaar (tot juli 2018) waren dit er tien en in het derde jaar (tot juli 2019) dertien. Ook in de eerste paar maanden van het vierde jaar zijn alweer vier innovatiepartnerschappen gepubliceerd. Daarbij valt op dat in het derde jaar niet alleen de klassieke(re) overheden als het Rijk en gemeenten innovatiepartnerschappen starten, maar ook publiekrechtelijke instellingen. Bijvoorbeeld Twence, de TU Eindhoven en de Vereniging van Sociale Innovatie.
Een tweede opvallend punt is dat bijna de helft (47%) van alle innovatiepartnerschappen in het laatste kwartaal van het jaar zijn gepubliceerd. Als we deze lijn doortrekken voor komend jaar, zien we op basis van statistieken weer een prognose van dertien gepubliceerde innovatiepartnerschappen.

Innovatie als dienst, product of werk?

Het merendeel van de gepubliceerde innovatiepartnerschappen betreft een innovatieve dienst. Er is ook een aantal innovatieve werken in een innovatiepartnerschap uitgevraagd. Dit betreft bijvoorbeeld een van de eerste innovatiepartnerschappen: de twee klimaatneutrale kindcentra van de gemeente Hof van Twente. De ervaring leert echter dat een werk lastiger als zodanig als een vereiste ‘innovatie’ is te kwalificeren. Architectuur is immers niet per definitie innovatie en hetzelfde geldt voor engineering. De combinatie van ontwerp, engineering en realisatie kan namelijk op verschillende andere manieren aanbesteed en gecontracteerd worden. Recente voorbeelden waarbij het innovatiepartnerschap niet in eerste instantie de beste oplossing is geweest zijn geothermieprojecten en stedelijke waterbuffers.

Klaar voor de groeispurt

Dit alles overziend menen wij dan ook dat het innovatiepartnerschap een groeispurt zou kunnen gaan maken. De koudwatervrees is dankzij een aantal koplopers inmiddels overwonnen. Overigens kan innovatie ook op andere manieren via een aanbesteding uit de markt worden gehaald. Maar wanneer een overheid een nieuw of aanmerkelijke verbetering van een bestaand product, dienst of werk wenst én deze innovatie ook daadwerkelijk t.z.t. wil gaan aanschaffen, dan is het innovatiepartnerschap het beste middel.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven