Fysieke omgeving hoeft niet langer leidend te zijn

Fysieke omgeving hoeft niet langer leidend te zijn

In 2019 bracht Smart WorkPlace de ‘Gids 2020’ uit met als thema ‘Quality of WorkLife’. Daarin stonden vier thema’s centraal. Onlangs organiseerde SWP een Round Table hierover. Bij deze de reflectie over het vierde thema.

Thema 4 Transdisciplinair informatiemanagement. Nu!

De vierde stelling stelt dat transdisciplinair informatiemanagement uiteindelijk leidt tot een online omgeving die in combinatie met een gig ecosysteem ervoor zorgt dat de fysieke werkomgeving niet langer leidend hoeft te zijn. Volgens Koningen zijn daarbij de mogelijkheden onbegrensd, maar zijn wij zelf als mens de beperkende factor. “Je kunt enerzijds de mobiliteit wel minimaliseren omdat veel op afstand kan, maar anderzijds wordt het succes van start-up locaties en campussen bepaald doordat mensen elkaar fysiek kunnen ontmoeten. Het universitaire denkbeeld was een aantal jaren geleden nog gericht op weinig fysiek en veel op afstand, nu is het zo lang mogelijk verblijven op een plek om daar optimaal, efficiënt en met een doel voor ogen te studeren. Ikzelf merk dat bijvoorbeeld skypen goed werkt voor standaard zaken, maar in projecten verdwijnt bij digitalisering vaak het klikmoment en kan het ten koste gaan van de creativiteit en de kwaliteit. De kantooromgeving kan misschien kwantitatief minder, maar het budget dat je zo uitspaart moet je gebruiken om de kantooromgeving multifunctioneel in te zetten en kwalitatief hoogwaardiger te maken.”

Daniël Koningen: “In projecten verdwijnt bij digitalisering vaak het klikmoment en kan het ten koste gaan van de creativiteit en de kwaliteit”

Volgens Menkveld hangt het af van menstype, sector, dienst, product en activiteit in hoeverre je kunt digitaliseren en wat fysiek moet blijven. Halkes benadrukt dat het gaat om de vraag waarom sensoren worden opgehangen om data te genereren en te verzamelen. “Neem bijvoorbeeld de sanitaire voorzieningen op Schiphol: wil een passagier weten wanneer ze schoongemaakt zijn of hoe druk het is bij de toiletten van de gate waar je moet zijn, zodat je wellicht al een toiletgroep eerder kunt gebruiken?”

Seth Halkes (foto) benadrukt dat het gaat om de vraag waarom sensoren worden opgehangen om data te genereren en te verzamelen

Okhuijsen onderscheidt twee opties bij data: “Je kunt ze gebruiken om je klanten optimaal te bedienen en om je eigen werkprocessen zo goedkoop en zo slim mogelijk te maken. Bij het eerste gaat het om nieuwe verdienmodellen en bij het tweede om operational excellence. Het gaat ook om de vraag of het bedrijf bereid is erin te investeren. Het gaat namelijk op korte termijn ten koste van je winst. Dus moet je eerst door de ‘valley of death’ heen om er vervolgens veel van te kunnen profiteren. En om wat verder weg te kijken, door de digital twin te combineren met de customer journey kun je zo optimaal aansluiten bij de eindgebruiker.”

Walter Okhuijsen: “Door de digital twin te combineren met de customer journey kun je optimaal aansluiten bij de eindgebruiker”

Menkveld ziet nog wel uitdagingen: “We weten nu door het meten van data meer over het gebruik van de werkomgeving. Maar om het vervolgens toe te passen is al lastig. Ik zie een verschil tussen data die je gebruikt om mensen beter te laten werken en data vanuit een gebouw die mensen informatie kunnen leveren. De vraag is wat de medewerker van dat laatste merkt: hij wil een goed functionerende werkplek en of een gebouwbeheerder met data goed kan inspelen op bijvoorbeeld tijdig onderhoud is voor hem minder interessant.” Kloet haalt een onderzoek van RoyalHaskoningDHV aan: “Daarin werd gevraagd wat een smart building was: a building full of smart technology or a building we use in a smart way. Uiteindelijk blijkt het nog best moeilijk om de data goed toe te passen voor een optimale customer journey.”

Fred Kloet: “Het blijkt nog best moeilijk om de data goed toe te passen voor een optimale customer journey”

Deelnemers Round Table

  • Walter Okhuijsen, manager Business Development & Innovation bij Strukton Worksphere.
  • Daniël Koningen, directeur/eigenaar van Aestate/ontrafelexperts.
  • Seth Halkes, director Sales, Excellence & Corporate Affairs bij ISS Facility Services.
  • David Menkveld, senior consultant Corporate Real Estate Solutions bij Colliers International
  • Wim Kooyman, directeur Smart WorkPlace.
  • Fred Kloet, directeur Smart WorkPlace.

Verslag: Peter Bekkering. Fotografie: Michael Kooren.

Het volledige verslag van de Round Table Quality of WorkLife leest u in de volgende E-Zine, die in februari verschijnt.

Lees hier de reflectie over het eerste thema, ‘Max Verstappen plant een boom’.

Lees hier de reflectie over het tweede thema, ‘Future of work heeft sociale projectontwikkelaars nodig’

Lees hier de reflectie over het derde thema, ‘Kwaliteit van leven boven kwantiteit van werk’

Download hier de ‘Gids 2020’ met als thema ‘Quality of WorkLife’.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven