Werkconferentie over de rol van ventilatie bij de verspreiding van het coronavirus

Werkconferentie over de rol van ventilatie bij de verspreiding van het coronavirus

Over de rol van ventilatie bij de verspreiding van het coronavirus is veel discussie. Daarom hield de Gezondheidsraad op 23 november 2020 een online werkconferentie over dit thema met tal van prominente sprekers.

Het doel was om in kaart te brengen wat er bekend is over de rol van ventilatie bij de verspreiding van het coronavirus en om na te gaan welke praktische maatregelen genomen zouden kunnen worden om te komen tot een gezonder binnenmilieu, in scholen en mogelijk ook in andere gebouwen zoals kantoren en verpleeghuizen. Voorzitter van de werkconferentie was prof. dr. ir. Erik Lebret, emeritus hoogleraar environmental health impact assessment, Universiteit Utrecht en voorzitter Gezondheidsraadcommissie Signalering Gezondheid en Milieu.

Tijdens de werkconferentie waren er vijf sprekers:

-        Dr. ir. Rob van Strien, senior adviseur milieu en gezondheid GGD Amsterdam en voorzitter werkgroep binnenmilieu GGD-GHOR Nederland – Ventilatie op scholen: ervaringen uit de GGD praktijk

-        Prof. dr. ir. Bert Brunekreef, emeritus hoogleraar milieu-epidemiologie IRAS/UU en voorzitter Gezondheidsraadcommissie advies Binnenluchtkwaliteit in basisscholen (2010) – Wat is de wetenschappelijke achtergrond van de ventilatieadviezen en wat betekenen die in relatie tot COVID-19?

-        Prof. dr. Andreas Voss, hoogleraar Infectiepreventie Radboud Universiteit – Wat is de rol van ventilatie vanuit het perspectief van infectieziektepreventie?

-        Dr. ir. Marcel Loomans, universitair docent Gebouwprestatie TU Eindhoven – Ventilatie in de context van COVID-19

-        Dr. ir. Inge Wouters, universitair docent milieu-epidemiologie IRAS/UU – Het meten van levensvatbare virussen in de binnenlucht

Tijdens de werkconferentie waren er vier centrale vragen:

  1. In hoeverre is de norm zoals aangegeven in het bouwbesluit relevant in het kader van het voorkomen van de verspreiding van infectieziekten?
  2. Is het CO2 gehalte een goede indicator voor de kans op verspreiding van infectieziekten? Zo nee, wat zou een betere indicator zijn?
  3. Wat betekent de onzekerheid in onze kennis over de bijdrage van aerosolen bij de transmissie van Covid-19 voor het toepassen van een proportionele voorzorgsbenadering?
  4. Wat zouden pragmatische, no regret adviezen voor scholen op korte termijn kunnen zijn? Zijn deze adviezen ook van toepassing op andere instellingen of gebouwen?

Alle deskundigen die deelnamen aan de werkconferentie achten de verspreiding van het coronavirus door de lucht over een korte afstand – binnen 1,5 meter – de belangrijkste verspreidingsroute en onderstreepten het belang van de bestaande coronamaatregel om afstand te houden. Er zijn aanwijzingen dat het coronavirus zich ook over langere afstanden via druppels/aerosolen in de lucht kan verspreiden (aerogene transmissie), maar het is volgens de deelnemers niet duidelijk in welke mate dat bijdraagt aan het risico op besmetting. Desondanks wordt goede ventilatie gezien als een proportionele maatregel voor scholen, omdat het – ingezet naast de bestaande coronamaatregelen – het risico op besmetting in de klas mogelijk kan verkleinen. De deelnemers benadrukken dat het vooral belangrijk is om ervoor te zorgen dat er geen besmette personen in de school aanwezig zijn. Sneltesten kunnen daar in de toekomst mogelijk bij helpen. Daarnaast blijft het volgens de deelnemers onverminderd belangrijk om de coronamaatregelen in acht te nemen, zoals afstand houden, mondneusmaskers gebruiken, thuisblijven bij klachten en handen wassen.

Scholen kunnen volgens de deelnemers hulp gebruiken bij het op orde brengen en houden van de ventilatie. In de praktijk blijkt het lastig om te voldoen aan de ventilatie-eis uit het Bouwbesluit 2012 om in een klaslokaal per persoon iedere seconde 8,5 liter lucht te verversen. Sommige scholen zijn aangewezen op alleen natuurlijke ventilatie en mechanische ventilatiesystemen functioneren niet altijd zoals bedoeld. Het gebruik van CO2-meters kan helpen de ventilatie op orde te brengen. Een hoog CO2-gehalte is in ieder geval een duidelijke indicatie voor onvoldoende ventilatie in het klaslokaal. Een hoog CO2-gehalte betekent overigens niet dat er een acute dreiging zou zijn op besmetting met het virus.

De uitkomsten van de werkconferentie zijn niet zonder meer van toepassing op andere gebouwen zoals kantoren en verpleeghuizen. Met name over verpleeghuizen is volgens de deelnemers een nadere uitvoerige gedachtewisseling tussen experts uit verschillende disciplines nodig.

Download hier het verslag van de werkconferentie.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven